De 'moderne lege hand'
Karate is een Japanse vechtkunst. In eerste instantie is het een kunst van zelfverdediging: bij een aanval weert men af om daarna de tegenstander met één tegenaanval uit te schakelen, zodat het gevaar definitief geweken is. Dit vereist een enorme beheersing van de technieken. Vandaar de strenge gedragscode, zo kenmerkend voor oosterse vechtkunsten en zeker de Japanse. Het aanleren van vechttechnieken moet gepaard gaan met het eerbiedigen van de gedragsregels. Vanzelfsprekend zoeken karatebeoefenaars naar een manier om hun bekwaamheid met elkaar te meten. Dit resulteert in verschillende wedstrijdvormen, waardoor karate meer en meer in een sportieve context wordt geplaatst en ook als wedstrijdsport wordt beoefend.
Karate als gedragsvorm
Bu-do of de weg van de krijger
Typisch aan de oosterse en zeker aan de Japanse cultuur is het koppelen van een groei in een fysieke kunde aan een mentale groei. Denk maar aan schoonschrift of bloemschikken. Het ontwikkelen van een fysieke bekwaamheid leidt tot vorming van karakter en gedrag en tot mentale wijsheid. Het wordt omschreven als het bewandelen van een weg, een levensweg. Voor wat vechtkunst betreft passeert deze ‘weg van de krijger’ langs verschillende stadia. Uiteindelijk gaat het bij karate niet om de objectieve fysieke prestatie, maar om de weg die wordt afgelegd in de ontwikkeling van de fysieke en psychische persoonlijkheid.
Dojo-kun of de martiale gedragscode
Karate beoefenen betekent bekwaam zijn om een aanvaller uit te schakelen, d.w.z. technieken leren die 'gevaarlijk' kunnen zijn en die men dus steeds onder controle moet hebben. Daarom is discipline een essentieel onderdeel van karatebeoefening. Naast het leren van uitschakeltechnieken leert de karateka vooral respect voor anderen te hebben, leiding te aanvaarden en zich zowel fysiek als mentaal te beheersen. Karate is een martiale kunst. De beoefenaar moet zich dan ook steeds bewust zijn van het mogelijke gevaar dat verbonden is aan het uitvoeren van gevechtstechnieken en moet de bekwaamheid en discipline hebben om dit potentieel gevaar altijd en volledig onder controle te houden. Deze gedragscode verlangt van de karateka het streven naar de ontwikkeling van de persoonlijkheid vertrekkende van nederigheid, het respecteren van de waarheid (eerlijkheid), de bereidheid tot inspanning (moed), het naleven van de etiquette (hoffelijkheid) en de beheersing van zijn kunde (zelfcontrole).
Contact zonder impact
Een belangrijk aspect bij karatebeoefening is het fysiek contact bij de uitvoering van een techniek. Hierbij moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen contact en impact. Met contact bedoelt men het 'raken' van de tegenstander of partner, impact daarentegen betekent het binnendringen van energie bij de tegenstander, met een mogelijk kwetsuur tot gevolg. Impact wordt niet aanvaard, juist omdat het kan kwetsen. Bij het trainen houdt men rekening met de fysieke en mentale gesteldheid en het niveau van de tegenstander. De karateka respecteert de integriteit van zijn oefenpartner.
De geschiedenis
Kara-te betekent 'lege hand'. Vrij vertaalt betreft het 'de kunst van het vechten zonder wapens', gebruikmakend van delen van het lichaam die als wapen kunnen fungeren, zoals de vuist, elleboog, knie, been, voet ... De oorsprong van het ongewapend vechten in Zuidoost-Azië situeert zich vóór onze tijdrekening in het huidige Indië. De rondtrekkende zenboeddhistische priesters dienden zich tegen struikrovers te verdedigen en observeerden hiervoor de aanvals- en verdedigingsbewegingen van dieren. Omstreeks 500 na Christus trekt Bodhidarma (Daruma) naar de provincie Henan in het huidige China, waar hij in de Shaolin tempel zijn kennis ter beschikking stelde van de monniken.
Deze gevechtskunst staat bekend onder de naam Kempo. Van hieruit zou de kunst zich verspreiden over heel China en tevens naar Korea en Japan. Het karate zoals wij die nu kennen kwam op het Japanse eiland Okinawa tot stand eind 18e eeuw. De uit China afkomstige technieken werden er gecombineerd met de lokale systemen van ongewapend vechten.
De drie belangrijkste strekkingen waren Naha-te, Tomari-te en Shuri-te. In het begin van de 20e eeuw catalogeerde men al deze stijlen onder de noemer Kara-te. De vader van de huidige karate is zonder twijfel Gichin Funakoshi. Hij bestudeerde de belangrijkste stijlen en systematiseerde hieruit zijn Shotokan-Karate. Deze stijl wordt gekenmerkt door voornamelijk rechtlijnige technieken. In 1922 werd Funakoshi, uitgenodigd om in Tokio demonstraties te geven van zijn karate. Hij verbleef er tot zijn dood in 1957. Een andere belangrijke grootmeester uit Okinawa, Chojun Mijagi, verzamelde vooral technieken van Chinese oorsprong. Zijn voornamelijk uit cirkelvormige technieken bestaande karate noemde hij Goju-Ryu. Zijn opvolger Gogen Yamaguchi ('de kat') maakte de stijl op het Japanse vasteland bekend.
Starten met karate?
Wil jij starten met karate? In vele clubs kan je gedurende het seizoen gratis proeflessen volgen om te ervaren waarom karate de ideale sport is.