terug naar overzicht
  • Opwarming: Springen - grote variatie
PDF
Materiaal
Opstelling
Partneroefening?
Leeftijd
Fysieke basis eigenschappen
Lesonderdeel

Verschillende vormen van springen verspreid in de zaal. De lesgever geeft aan op welke manier moet gesprongen worden:

  • voorwaarts, rugwaarts, zijwaarts

  • op 1 voet (hinkelen), met 2 voeten samen

  • met gordel tussen de voeten, tussen de knieën

  • verschillende sprongen na elkaar

  • springen per twee (hand in hand)

  • ritme (snel/traag/op tel….)

  • jongeren springen zo ver als ze groot zijn, als de anderen groot zijn

  • over de breedte van de zaal met zo weinig mogelijk grondaanrakingen

  • vanuit stilstand, met aanloop

  • over voorwerpen verspreid in de zaal: gordels, sporttassen, makiwara, hoepels,

Variatie:

  • na landen een karatetechniek laten uitvoeren

  • breng een tikker in het spel die rond de voorwerpen moet lopen in plaats van er over te springen. Aangetikte jongeren helpen mee tikken.

  • één of twee tikkers aanduiden, op signaal springen de jongeren in de hoepels. De tikkers proberen de jongeren die nog niet in de cirkel staan aan te tikken. Aangetikte jongeren helpen mee tikken.

  • Zie oefening: "Opwarming: Springen over/op Zweedse banken"

 Aandacht:

  • landen bij voorkeur op beide voeten – bij landen door de knieën gaan

  • afstand tussen hoepels mag niet groter zijn dan de beenlengte van de jongeren

  • zorg ervoor dat de jongeren volgens lichaamslengte zijn ingedeeld

  • laat de jongeren niet té snel achter elkaar springen